Richtlijn: Opsporen oogafwijkingen (2019)

Bijlage 1b - Handleiding beoordelen aanwezigheid rode fundusreflex

Het beoordelen van de aanwezigheid van de rode fundusreflex wordt standaard uitgevoerd op de leeftijd van 1 en 3 maanden. Omdat totaal eenzijdig cataract voor de leeftijd van 6 weken en dubbelzijdig cataract voor de leeftijd van 3 maanden geopereerd moet worden, moet de aanwezigheid van de rode fundusreflex voor die tijd in elk geval beoordeeld zijn. Mocht het onderzoek niet gelukt of gedaan zijn op de leeftijd van 1 maand, dan moet dit liefst zo snel mogelijk alsnog gebeuren, maar uiterlijk op de leeftijd van 2 maanden.

Het beoordelen van de aanwezigheid van de rode fundusreflex wordt gedaan door de jeugdarts of door de verpleegkundig specialist. Het onderzoek wordt uitgevoerd met een oogspiegel (ophthalmoscoop). De onderzoeker zit op een afstand van ongeveer 20 cm op ooghoogte met het kind. Als het kind ligt, buigt de onderzoeker zich over het kind heen, zodat recht in de ogen van het kind gekeken kan worden. Veel baby’s openen de ogen als ze op de schoot van de ouder / begeleider gelegd worden met het hoofdje op de knieën en de beentjes tegen de buik van ouder/begeleider.

Het licht van de ophthalmoscoop wordt op het oog geprojecteerd zodat met doorvallend licht beoordeeld wordt of de fundus oplicht. Een normale bevinding is een egaal oplichtende, rode fundusreflex (of een geelbruine fundusreflex bij donkere kinderen).

De fundusreflex is afwijkend als de pupil niet oplicht, niet egaal is (deel van de pupil gemaskeerd door een troebeling) of (geel-)wit van kleur is. Een afwijkende rode fundusreflex is reden tot verwijzing.


Pagina als PDF