Richtlijn: Opsporen oogafwijkingen (2019)

Verantwoording

Tijdens de eerste werkgroepvergadering zijn de uitgangsvragen besproken, gerubriceerd en waar nodig nader gespecificeerd. Voor een deel van de uitgangsvragen is een systematisch literatuuronderzoek (evidence synthese) verricht. In de evidence synthese genaamd ‘Herziening JGZ-richtlijn Oogafwijkingen, evidence synthese’ is gerapporteerd over de werkwijze en de resultaten van dit systematische literatuuronderzoek. Deze evidence synthese is op te vragen bij de richtlijnontwikkelaars.

De werkgroep heeft de adviezen voor het onderzoek en de onderzoeksmomenten voor het opsporen van oogafwijkingen geformuleerd op basis van het beschikbare bewijs uit de evidence synthese, aangevuld met artikelen die niet voldeden aan de zoekcriteria van de systematische review maar wel relevant bevonden werden, en praktijkervaring van de leden van de werkgroep. In de werkgroep waren alle relevante groepen/‘stakeholders’ vertegenwoordigd door tenminste 1 afgevaardigde.

De projectgroep heeft het proces van de totstandkoming van de richtlijn begeleid, de documenten voor de richtlijn opgesteld en deze ter goedkeuring aangeboden aan de werkgroep alvorens deze naar buiten te brengen.

Geen van de leden van de werkgroep en de projectgroep heeft belangenverstrengeling aangegeven.

Het voorstel tot herziening is voor advies voorgelegd aan de leden van de klankbordgroep. Ook was er een landelijke commentaarronde, die zo breed mogelijk is uitgevoerd. Daarbij is ook de adviescommissie ‘visus’ van het NCJ geraadpleegd. Ter goedkeuring is de richtlijn voorgelegd aan de Richtlijn Advies- en Autorisatie Commissie (RAC) van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ).


Pagina als PDF