Richtlijn: Lengtegroei (2019)

6. Samenwerken - aanbevelingen

Goede samenwerking en afstemming tussen de verschillende disciplines die in de eerste en tweede lijn betrokken zijn bij de signalering, verwijzing, diagnostisering, behandeling en nazorg van kinderen met een afwijkende lengtegroei is essentieel. Dit garandeert namelijk de continuïteit in de zorg voor kind en ouders. Daarnaast komen goede samenwerking en afstemming ten goede aan de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. Met de publicatie van deze richtlijn is de Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak (LESA) vervallen.

Aanbevelingen

Hieronder worden de aanbevelingen uit de richtlijn die relevant zijn voor de samenwerking tussen verschillende professionals nogmaals weergegeven:

  • Er dienen regionaal samenwerkingsafspraken gemaakt te worden met verloskundigen / gynaecologen over de meting en het registreren van de geboortelengte.
  • Ook huisartsen en kinderartsen dienen op de hoogte gebracht te worden van de inhoud van de richtlijn.
  • Het verdient aanbeveling om bij een verwijzing de groeigegevens uit het Digitale Dossier JGZ door te sturen naar de zorgverlener waarnaar is verwezen.
  • Het verdient aanbeveling om op grond van deze richtlijn voor de JGZ sluitende afspraken te maken over de verwijzing en uitwisseling van gegevens met de andere zorgverleners die betrokken zijn bij het kind met een afwijkende lengtegroei om tot een uniform beleid te komen.  Belangrijk is dat als een jeugdarts of verpleegkundig specialist rechtstreeks verwijst naar een kinderarts, de jeugdarts of verpleegkundig specialist ervoor zorgt dat ook de huisarts een kopie van de verwijzing krijgt. De zorgcoördinatie tussen de verschillende zorgprofessionals zoals kinder-, jeugd- en huisartsen bij verwijzing van een kind met een afwijkende lengtegroei dient goed op elkaar afgestemd te worden.
  • De jeugdarts of verpleegkundig specialist mag rechtstreeks naar de kinderarts verwijzen. Dit zal steeds in goed overleg met de huisarts dienen te gebeuren. De jeugdarts stuurt een kopie van de verwijsbrief en de bijbehorende groeicurve met de verschillende meetpunten van een kind voor de beoordeling, incl. details van de anamnese en het lichamelijk onderzoek. Hiervoor zullen lokale afspraken gemaakt moeten worden.
  • Idealiter rapporteert de kinderarts de volgende zaken digitaal terug aan de JGZ en de huisarts:

- Wat er is onderzocht?
- Wat was de uitslag van de onderzoeken?
- Welke behandeling is geïndiceerd?
- Is behandeling aangeboden aan ouders en/of het kind?
- Willen ouders en/of het kind gebruik maken van de behandeling?

Indien dit niet gebeurt moet de JGZ-professional bij de ouders of bij de huisarts of behandelend kinderarts navraag doen over afspraken en behandeling in de tweede lijn.

  • Het verdient aanbeveling om gegevens (de groei-gerelateerde aandoening, door welke zorgverlener vastgesteld, datum diagnose, aanvullende groeigegevens met data) van andere zorgverleners die betrokken zijn bij het kind met een afwijkende lengtegroei in het DD JGZ te plaatsen.

Bekijk de onderbouwing van dit thema, of lees verder in het overzicht van websites.


Pagina als PDF