Richtlijn: Hartafwijkingen (2017)

Onderbouwing

Naast de JGZ kunnen de volgende partijen betrokken zijn bij de beoordeling, behandeling en begeleiding van kinderen met hartafwijkingen:

  • Verloskundige
  • Kraamverzorgende
  • Huisarts
  • Kinderarts/kindercardioloog
  • Verpleegkundige in ziekenhuis
  • Kinderhartchirurg
  • Maatschappelijk werker, orthopedagoog, psycholoog
  • Diëtist(e), fysiotherapeut

De verloskundige en kraamverzorgende zullen bij signalen van een mogelijke hartafwijking de ouders vragen contact te zoeken met de huisarts. Over het algemeen zal de JGZ pas vanaf het eerste huisbezoek van de jeugdverpleegkundige actief bij het gezin betrokken zijn. Op lokaal niveau dienen afspraken gemaakt te worden over de overdracht van gegevens tussen verloskundigen, kraamzorg en JGZ.

De KNMG stelt in haar visie ‘Versterking medische zorg aan jeugdigen’ dat artsen ieder voor zich en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor kwalitatief goede en samenhangende zorg, hetgeen ook betekent dat zij onderling afspraken maken over verwijzing, terugverwijzing, consultatie, berichtgeving/gegevensuitwisseling en verdeling van verantwoordelijkheden (KNMG 2013).

De huisarts en kindercardioloog zijn de spil in de zorg voor kinderen met een (mogelijke) hartafwijking. De JGZ kan sociaal medische begeleiding bieden en biedt daarnaast de reguliere JGZ-activiteiten. Voor een optimale begeleiding is het van belang dat de JGZ op de hoogte is van het beloop van de behandeling, en zo nodig actief naar recente informatie vraagt bij de behandelend specialist. Met de behandelend specialisten dienen (op lokaal niveau) afspraken gemaakt te worden over verwijzen en gegevensuitwisseling.

Voor de sociaal-medische begeleiding van een jeugdige met een hartafwijking is samenwerking met het onderwijs, voorschoolse voorzieningen en de gemeente (sociale wijkteams) belangrijk. De JGZ-professional kan scholen, sportclubs en wijkteams adviseren over de aan- of afwezigheid van (lichamelijke) gevolgen van een hartafwijking, ook kan voor advies de school- of onderwijsbegeleidingsdienst ingeschakeld worden.

Overwegingen

Deze uitgangsvraag is practice based beantwoord. De werkgroep heeft de partijen benoemd die betrokken (kunnen) zijn bij de signalering, beoordeling en behandeling van kinderen met hartafwijkingen.

Met de mogelijkheid van rechtstreeks verwijzen kan de JGZ kinderen sneller verwijzen naar de kinderarts/kindercardioloog. De verwijzende jeugdarts dient altijd bericht terug te ontvangen van de kinderarts/kindercardioloog over de bevindingen en ingezette behandeling. Zo nodig moet de jeugdarts hier actief om vragen. Op deze wijze kan de JGZ haar sociaal-medische begeleiding optimaal aanpassen aan de situatie.


Pagina als PDF