Richtlijn: Kindermishandeling (2016)

11. No show - Aanbevelingen

Uitgangsvraag

Hoe dienen JGZ-professionals te handelen om (met het oog op signaleren kindermishandeling) het bereik te vergroten en daarmee de veiligheid van de jeugdige te verbeteren?

Aanbevelingen

De JGZ onderneemt de volgende acties wanneer ouders/kind niet op het contactmoment zijn verschenen door:

  • Een herinnering aan de afspraak versturen via een brief/kaartje, mailing, sms;
  • nagaan of mutatie bekend is bij de huisarts, de school of gemeente, en vervolgens eventueel het dossier overdragen;
  • Indien in het gezin risicofactoren voor kindermishandeling of verwaarlozing aan de orde zijn, nagaan of andere zorgverlenende instanties het gezin in de gaten houden. Indien daar onvoldoende zicht op is, dient de JGZ extra inspanningen te leveren om het kind te zien (bijvoorbeeld zelf actief het kind opzoeken), en indien het kind ook daarmee niet bereikt wordt het gezin ‘op te schalen’.

De JGZ zorgt ervoor dat zij alle ouders/jeugdigen in beeld houdt door herinneringen te sturen, mutaties na te gaan, en bij risicofactoren het gezin op te schalen. Dit geldt met name voor bijzondere groepen waarvan bekend is dat zij moeilijk in beeld komen, dan wel meer risico’s lopen.

De JGZ zorgt ervoor dat zij in beeld is bij ouders en samenwerkingspartners. Dit kan bijvoorbeeld doordat de JGZ-organisatie lokale afspraken maakt over verantwoordelijkheid en samenwerking met relevante partners zoals kinderopvang, scholen, en peuterspeelzalen, een JGZ-professional weet wie de samenwerkingspartners zijn van de JGZ.

Werk volgens het Standpunt Bereik van de Jeugdgezondheidszorg (Dunnink, 2010).


Pagina als PDF